Het is een triest gezicht.
Onze palmen gaan dood. In de dorpen en stadjes om ons heen vallen ze één voor
één ten prooi aan een vraatzuchtig kevertje dat zich razendsnel vermeerdert en
zich smikkelend een weg baant door het vezelachtige gedeelte binnen de bast van
de palm. Zowel in het ei- als in het larven- en popstadium vreet het monster
zich een weg door de boom totdat die van binnen helemaal vermalen is tot pulp
waarna de kolonie eenvoudig verhuist naar het volgende ‘slachtoffer’.
Een ten dode opgeschreven palm |
Het vervelende is, dat er
heel weinig aan te doen is. Naar verwachting zal over tien jaar geen enkele
palmensoort in het middellandse zee gebied het vreetmonster overleefd hebben,
alle (particuliere) inspanningen ten spijt.
Natuurlijk heeft het
sprayen van de palmen met kever-kill-insecticide zin. Er is echter een grote
‘maar’. Namelijk maarrrrr dan moet wel iedereen dat doen. Dus particulieren èn
overheden. Daar zijn we dan meteen aangekomen bij de kern van de zaak.
Als “het armste kind” van
Europa, heeft Portugal van overheidswege geen geld om onze ‘Red Palm Wheevil’
zoals het mormel heet, aan te pakken. Eén behandeling van een boom kost al snel
€ 125,00 (en dat in Portugal, waar je voor € 10,00 nog vorstelijk uit eten
kunt!) en dat hebben we als overheid niet. Of .. we hebben het dáár niet voor
over. Het gevolg is dat vele palmen er zonder kruin triest bij staan, wachtend
op de volgende storm die ze met hun vermolmde binnensten niet gaan overleven.
We kunnen alleen maar hopen dat ze van de huizen àf vallen en niet er bovenop!
Het viel ons voor het
eerst echt op in het prachtige vissersdorp Fuseta. Je hebt er een klein
haventje waar de ‘ferry’ naar de stranden vertrekt, waar de vissers hun
bescheiden boten hebben liggen en waar de cafés zomer en winter klandizie hebben.
Naast de haven is er een gezellig dorpsplein waar in 2005 nog acht trotse
palmen zorgden voor een beetje schaduw voor de pizzeria, de pastelleria en wat typisch
Portugese ‘gooi-maar-op-de-BBQ’-restaurants. We zitten er graag een uurtje na
een strandwandeling of gewoon na het boodschappen doen, op weg naar huis. Het
is er nu een treurig gezicht. Kruinloos staan wat vermolmde stompen te treuren
in de schier onophoudelijke zonneschijn. Het pleintje heeft een deel van zijn
charme definitief verloren. Hetzelfde geldt voor de kade van Tavira.
De particuliere
palmboom-bezitters, Portugezen en ‘immigranten’ tezamen, doen er alles aan om
de kleine duivel te weren. Gifmengers doen goede zaken in financieel ten onder
gaand Portugal. Dat heeft, zoals al aangegeven, echter alleen zin als ook de
overheid dat doet in de ‘gemeentepalmen’ anders vreet het monster zich rustig
klem in boom twee, als boom één te dodelijk wordt. Onze overheid heeft geen
geld, dus dat gebeurt niet.
Voor de toekomst van alle
palmen die nu nog niet op het menu staan (dieluzzemenie?) wordt gevreesd. Wanneer
‘de lekkerste’ zijn verorberd, komt de rest aan de beurt en na het decimeren
van de palmen populatie vindt het kevertje ongetwijfeld een nieuwe lekkernij.
De verwachting is, dat dan de bananenplant, die het hier ook goed doet, het
volgende dodelijke slachtoffer zal worden.
Het is een wat deprimerend
vooruitzicht. Wij hebben besloten de twee mini palmpjes die we vorig jaar in
onze tuin hebben geplant met veel zorg te laten opgroeien. Over tien jaar, als
ze groot zijn, hopen we dat de ‘rode duivel’ heeft besloten dat hij toch liever
bananen lust. Die planten we dan gewoon niet. En anders houden we het bij de
inheemse Alfarobeira’s!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten